Prinsjesdag 2025: wat merk jij als huiseigenaar?

Het doel blijft duidelijk: het kabinet wil nog steeds 100.000 nieuwe huizen per jaar bouwen. Daarvan moet twee derde betaalbaar zijn en 30% sociaal. Om dat voor elkaar te krijgen, wil de overheid gemeenten stimuleren om leegstaande panden sneller te gebruiken en het makkelijker maken om een woning te delen of een kamer te verhuren (bijvoorbeeld aan een student). Minder regels en snellere procedures zouden moeten helpen, met extra aandacht voor aandachtsgroepen als ouderen en starters.

Koop je een huis om zelf in te wonen? Dan betaal je 2% overdrachtsbelasting. Ben je starter, dan kun je onder voorwaarden zelfs helemaal vrijgesteld worden. Goed nieuws voor starters: de vrijstelling voor overdrachtsbelasting wordt in 2026 verhoogd naar een koopsom van maximaal € 555.000.

Koop je een tweede huis of een beleggingspand? In 2025 betaal je daarvoor 10,4% belasting bij de aankoop. Vanaf 2026 gaat dat omlaag naar 8%. Niet-woningen blijven 10,4%.

Handig om te weten: het tarief hangt af van de datum waarop je bij de notaris tekent. Als een levering net over de jaarwisseling schuift, kan dat dus duizenden euro’s schelen.

In box 1 (inkomen uit werk en woning) blijven drie schijven bestaan. In 2026 lopen die grofweg tot € 38.883, tot € 79.137 en daarboven, met een toptarief van 49,50%. In box 2 blijven 24,5% en 31% gelden; de grens tussen beide schuift iets op. Heb je spaargeld of beleggingen (box 3)? Dan verandert er wel wat:

• Vanaf 2026 betaal je belasting over een hoger fictief rendement (7,78%) voor ‘overige bezittingen’ (o.a. beleggingen/tweede woning); voor spaargeld geldt een apart (lager) forfait.

• De tegenbewijsregeling blijft: wie aantoonbaar lager werkelijk rendement behaalt dan het forfait, mag dat opgeven; bij hoger werkelijk rendement volgt géén bijheffing.

• Het bedrag dat je belastingvrij mag sparen gaat omlaag naar € 51.396 per persoon.

• De overstap naar belasting op werkelijk rendement wordt uitgesteld tot 2028.

De hypotheekrenteaftrek blijft zoals die nu is. Wel wordt de zogenaamde Wet Hillen verder afgebouwd. Dit is de regeling die voorkomt dat mensen die hun hypotheek (bijna) hebben afgelost tóch belasting moeten betalen. In 2026 is nog 73,33% van die aftrek over, volgens de afbouw met 3,33%-punt per jaar.

Het eigenwoningforfait (een soort bijtelling omdat je in een eigen huis woont) is in 2026 0,35% voor huizen met een WOZ-waarde tot € 1.340.000 en 2,35% voor het deel van de WOZ-waarde daarboven.

Als je een woning bezit die je verhuurt, kan je te maken krijgen met leegwaarderatio. Dit is een rekenregel die de WOZ-waarde van een verhuurde woning voor de belasting verlaagt, omdat een verhuurde woning minder waard is. Als de waarde uit de leegwaarderatio 10% of hoger is dan wat de woning in werkelijkheid waard is, dan mag je voortaan die lagere, echte waarde gebruiken (mits goed onderbouwd, bijvoorbeeld met taxatie).

Verhuur je je woning aan je kind, neefje of een andere gelieerde voor duidelijk minder dan de marktprijs? Dan mag je de leegwaarderatio niet gebruiken. De Belastingdienst kijkt dan naar de volle waarde van de woning. Dit is al sinds 2023 zo en blijft gewoon gelden.

Er komt een structurele verhoging van de belastingkorting op energie vanaf 2026. Dat betekent dat vrijwel alle huishoudens een iets lagere energierekening krijgen.

Op 29 oktober 2025 zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. Dat zie je terug in de Prinsjesdagplannen: veel keuzes hangen samen met wat partijen ná de verkiezingen willen. Omdat wonen en hypotheken bij vrijwel alle partijen hoog op de agenda staan, hebben we speciaal voor huiseigenaren en huizenkopers een verkiezingsspecial gemaakt, waarin we de woonparagrafen van de grootste politieke partijen vergelijken. Zo zie je in één oogopslag waar partijen voor staan en wat dat kan betekenen voor jouw woonsituatie.